9 jan 2012

Vlinderstorm

Wind waait fluittonen om de flat heen. Storm maakt iets los in mensen. Een lichte onrust die wakker maakt. Ik slaap nog niet. De gordijnen laat ik open om de kale takken in lantaarnlicht te zien net niet breken. Ik voel een onrust, van een ander soort natuur, die van liefde. Vlinders lijken te ontpoppen en hun vleugels voorzichtig te strekken. Nog angstig verder te ontkreukelen. Tot eendagsvliegen verworden is niet hun ambitie. Kleurrijke vleugels mogen spreiden en wapperen, lucht in beweging brengen en de wereld in gaan.

Verwachten van relaties is de norm, terwijl ik alleen een volgend moment vooruit wil kijken. Je mogen ervaren is beter dan je tot bezit te hebben. In mijn buik wil ik het fladderen van vleugels mogen voelen, zonder een man angst uit spreekt en ermee iets oplegt wat zich niet laat dwingen. Laat me leven en heb dat lief.

De pracht van wat hij in ernst deelde, daarin kan ik gaan liggen en hem eindeloos aankijken. Zijn ogen struikelden over zijn eigen woorden, die hij leek aan te kijken, geschrokken van zijn eigen onverwachte openheid. Een cadeau om uit te pakken. Vleugels spreiden zich verder en testen hun vliegvaardigheid.
Mijn hart klopt sinds sneller. Zijn vingers zacht gaan over twee nachten mij weer beroeren. Ik wil hem bekoren, hem in mij voelen als voedsel voor een sneller pompend hart.  

De vlam van de kaars in houder beweegt als de takken buiten. Ik ga hem bijna uitblazen om nachtrust, al slapen vlinders niet. Ze zijn vrij. Eerst zijn berichtje nog een keer lezen. Herhalen tot het mij duizelt en mij als een kind tot rust wiegt. Voor altijd jong zijn: het opnieuw ervaren van vlinders.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten