23 jan 2012

Het (wel heel erg) wilde westen

Als ik opeens hardop lach zonder zichtbare reden, is dat veelal mijn levendige fantasie die heel soms mijn rationele doen en laten opzij duwt... gooit... smijt!
Bij het lezen van onderstaande raad ik aan het volgende te beluisteren en eventueel te herhalen: link


Luchtalarm gaat af. Lucht trilt. Mannen rennen geschrokken naar binnen, bonken op de deuren, roepen om hulp, schuilen in portieken, kijken schichtig om de hoek... Dan is de lucht stil.
Als spelden zouden vallen, zou je ze kunnen horen. Vraag me alleen af wie ze dan zou moeten laten vallen en waarom in evoluties naam?

Met een stevige tred loop ik door de hoofdstad. Gericht nergens heen. Mijn sfeer is krachtig, gedreven, opgewonden, gewoon gei... Hé, waar zijn de mannen? Abrupt sta ik stil. Mijn ogen knijpen zich samen tot gemene streepjes en zoeken mijn blikveld af. Een mannenschoen ligt eenzaam verlaten midden op straat. Een stropdas rolt voorbij.
Langzaam kom ik weer in beweging, mijn hakken echoën over de Herengracht. Geen heren, geen mannen, knullen, knapen, jongens, geen van dit alles. (Andere vrouwen en homoseksuele mannen zijn geband uit dit verhaal. Noem het discriminatie, noem het respectvol, net waar je zin in hebt.)

Mijn aanwezigheid geurt de lucht. Feromonen dringen de kieren van de woningen binnen. De mannen worden rusteloos. Het is bijna bloedstollend. Wie wordt prooi?
De lucht botst en heeft haar match gevonden.
Zijn drang is groot, getrokken door het aroma doet hij de deur op een kier om het verder te kunnen opsnuiven. Hij trekt het niet langer en gooit de deur wagenwijd open.


Oog in oog staan we dan. Zijn lange donkerbruine lokken vangen wind. Hij loopt zonder mij uit het oog te verliezen de treden van het grachtenpand af. We staan tegenover elkaar, knijpen onze ogen. Langs zijn slaap rolt een druppel van zweet op deze koude winterdag. Vele kleine wolkjes verraden ademhaling in spanning.
Dan begint mijn kont te schudden, als een poes in de aanval. Ik ren op hem af, hij vangt mij op in zijn armen en met enkele grote en snelle passen neemt hij mij de woning binnen. Met één voet duwt hij de deur met een knal dicht. Even het geluid van gerommel vanuit de woning, dan heerst er buiten weer complete stilte.


Langzaamaan komen de andere mannen tevoorschijn, kijken voorzichtig de hoek om, strekken hun ruggen en lopen treuzelend dichterbij naar de deur. Ze luisteren, en hun monden vallen open, geschrokken, alsof er een schot gelost wordt, rennen de mannen alle richtingen op. Na enkele seconden keert de rust weder en gaan ze weer verder over op de orde van de dag. Een man loopt op één schoen naar zijn eigen woning en een man zonder stropdas gaat naar zijn werk.

Stel je nu voor een camerashot: tussen de bewegende mannen door word er ingezoomd op de deur en wanneer je niets anders ziet dan de ramen van de deur, zie je nog net twee silhouetten van mensen, net voor je het goed denkt te zien, komen er grote letters in beeld: THE END!

2 opmerkingen: